Klassen merkregistratie

Wat is de classificatie van Nice?

Wanneer je je merk wilt deponeren, krijg je te maken met de Nice classificatie, welke in 1957 bij de Overeenkomst van Nice werd opgesteld. Het is een internationale classificatie van goederen en diensten ten behoeve merkregistratie. Er bestaan 34 warenklassen en 11 dienstenklassen. Zo is er een klasse voor kleding, muziekinstrumenten, chemische producten, wetenschappelijke en technologische diensten en meer. De klassen zijn erg algemeen geformuleerd. Van belang is het, dat je jouw product en/of dienst binnen de voor jouw merk relevante klassen zo gedetailleerd mogelijk omschrijft. Met andere woorden: je moet je kernactiviteiten zo specifiek mogelijk in kaart brengen.

    klassen merkregistratie
    Nice classificatie

    Waarom moet je de Nice classificatie gebruiken?

    De klassen voor merkregistratie vinden hun oorsprong in een internationaal verdrag, waarbij vrijwel alle landen betrokken zijn. De Overeenkomst van Nice werd gesloten ten behoeve van de inschrijving van handelsmerken en stelt dat een volledige en zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de producten en diensten die onder een merk vallen, essentieel is voor de juiste beschermingsomvang. Daarbij moet je als ondernemer vooruitdenken: Hoe wil je je merk nu, maar ook in de toekomst gebruiken? De Nice classificatie helpt juridische problemen te voorkomen. Enerzijds kun je tegen inbreuk optreden, anderzijds kun je ook niet onbedoeld een andere ondernemer in zijn vaarwater zitten.

    Wat wordt er bedoeld met identieke of overeenstemmende waren of diensten?

    Met enkel het selecteren van de klassen volgens de Nice classificatie ben je dus nog niet klaar. Je moet alle relevante waren en/of diensten selecteren waarvoor je merkbescherming wenst, maar deze beschermingsomvang wel op de juiste manier optimaliseren. Pas dan krijg je als houder van een merk het recht om op te treden tegen inbreuk. Onder inbreuk verstaan we het zonder toestemming gebruiken van een merk voor identieke of zeer gelijkende goederen en/of diensten. Zo is drank aanverwant aan horecadiensten, kip als product aan vervoer van kippen, maar wijn en wijnglazen. Bovendien beschermt het gebruiken van de termen uit de Nice classificatie tegen verwarring en vertalingen.(vertalingen hoeven immers niet te worden gemaakt).

    Welke klassen voor merkregistratie zijn er?

    Goederen

    Klasse 1 – Chemische producten voor industriële, wetenschappelijke en fotografische doeleinden,
    alsmede voor land-, tuin- en bosbouwkundige doeleinden; kunstharsen als grondstof, plastics als
    grondstof; meststoffen; brandblusmiddelen; hardings- en soldeerpreparaten voor metalen;
    chemische producten voor het conserveren van voedingsmiddelen; looistoffen; kleefstoffen voor
    industriële doeleinden.

    Klasse 2 – Verven, vernissen, lakken; roestwerende middelen en houtconserveringsmiddelen;
    kleurstoffen; beitsen; natuurlijke harsen als grondstof; metalen in blad- en poedervorm voor
    schilders, decorateurs, drukkers en kunstenaars.

    Klasse 3 – Bleekmiddelen en andere wasmiddelen; reinigings-, polijst-, ontvettings- en
    schuurmiddelen; zepen; parfumerieën, etherische oliën, cosmetische middelen, haarlotions;
    tandreinigingsmiddelen.

    Klasse 4 – Industriële oliën en vetten; smeermiddelen; producten voor het absorberen, besproeien
    en binden van stof; brandstoffen (met inbegrip van motorbenzine) en verlichtingsstoffen; kaarsen en
    lampenpitten voor verlichting.

    Klasse 5 – Farmaceutische en diergeneeskundige producten; hygiënische producten voor medisch
    gebruik; diëtische substanties voor medisch gebruik; diëtische voedingsmiddelen en diëtische
    substanties voor medisch of veterinair gebruik; voedingsmiddelen voor baby’s;
    voedingssupplementen voor mens en dier; pleisters, verbandmiddelen; tandvulmiddelen en
    afdrukmateriaal voor tandartsen; ontsmettingsmiddelen; middelen ter verdelging van ongedierte;
    schimmeldodende en onkruidverdelgende middelen.

    Klasse 6 – Onedele metalen en hun legeringen; bouwmaterialen van metaal; verplaatsbare
    constructies van metaal; metalen materialen voor spoorwegen; niet-elektrische metalen kabels en
    draden; slotenmakerswaren van metaal en kleinijzerwaren; metalenbuizen; brandkasten;
    metaalwaren voor zover niet begrepen in andere klassen; ertsen.

    Klasse 7 – Machines en werktuigmachines; motoren (uitgezonderd motoren voor landvoertuigen);
    koppelingen en transmissie-organen (behalve voor landvoertuigen); landbouwinstrumenten, anders
    dan handbediend; broedmachines; verkoopautomaten.

    Klasse 8 – Handgereedschappen en -instrumenten, met de hand te bedienen; messenmakerswaren,
    vorken en lepels; blanke wapenen; scheerapparaten.

    Klasse 9 – Wetenschappelijke, zeevaartkundige, landmeetkundige, fotografische, cinematografische,
    optische, weeg-, meet-, sein-, controle- (inspectie-), hulpverlenings- (reddings-) en
    onderwijstoestellen en -instrumenten; apparaten en instrumenten voor de geleiding, de distributie,
    de omzetting, de opslag, het regelen en het sturen van elektrische stroom; apparaten voor het
    opnemen, het overbrengen en het weergeven van geluid of beeld; magnetische gegevensdragers,
    schijfvormige geluidsdragers; compact disc, DVD’s en andere digitale dragers; mechanismen voor
    apparaten met vooruitbetaling; kasregisters, rekenmachines, gegevensverwerkende apparatuur en
    computers; software; brandblusapparaten.

    Klasse 10 – Chirurgische, medische, tandheelkundige en diergeneeskundige toestellen en
    instrumenten, kunstledematen, -ogen en -tanden; orthopedische artikelen; hechtmateriaal.

    Klasse 11 – Verlichtings-, verwarmings-, stoomopwekkings-, kook-, koel-, droog-, ventilatie- en
    waterleidingsapparaten en sanitaire installaties.

    Klasse 12 – Vervoermiddelen; middelen voor vervoer over land, door de lucht of over het water.

    Klasse 13 – Vuurwapenen; munitie en projectielen; springstoffen; vuurwerk

    Klasse 14 – Edele metalen en hun legeringen en producten hieruit vervaardigd of hiermee bedekt
    voor zover niet begrepen in andere klassen; juwelierswaren, bijouterieën, edelstenen; uurwerken en
    tijdmeetinstrumenten.

    Klasse 15 – Muziekinstrumenten.

    Klasse 16 – Papier, karton en hieruit vervaardigde producten voor zover niet begrepen in andere
    klassen; drukwerken; boekbinderswaren; foto’s; schrijfbehoeften; kleefstoffen voor kantoorgebruik
    of voor de huishouding; materiaal voor kunstenaars; penselen; schrijfmachines en kantoorartikelen
    (uitgezonderd meubelen); leermiddelen en onderwijsmateriaal (uitgezonderd toestellen); plastic
    materialen voor verpakking, voor zover niet begrepen in andere klassen; drukletters; clichés.

    Klasse 17 – Rubber, guttapercha, gummi, asbest, mica en hieruit vervaardigde producten voor zover
    niet begrepen in andere klassen; halfbewerkte plastic producten; dichtings-, pakking- en
    isolatiemateriaal; niet-metalen buigzame buizen.

    Klasse 18 – Leder en kunstleder en hieruit vervaardigde producten voor zover niet begrepen in
    andere klassen; dierenhuiden; reiskoffers en koffers; paraplu’s, parasols en wandelstokken; zwepen
    en zadelmakerswaren.

    Klasse 19 – Bouwmaterialen, niet van metaal; onbuigzame buizen, niet van metaal, voor de bouw;
    asfalt, pek en bitumen; verplaatsbare constructies, niet van metaal; monumenten, niet van metaal.

    Klasse 20 – Meubelen, spiegels, lijsten; van hout, kurk, riet, bies, teen, hoorn, been, ivoor, balein,
    schildpad, barnsteen, parelmoer, meerschuim, vervangingsmiddelen van al deze stoffen of van
    plastic vervaardigde producten voor zoverniet begrepen in andere klassen.

    Klasse 21 – Gerei en vaatwerk voor de huishouding of de keuken; kammen en sponzen; borstels
    (uitgezonderd penselen); materialen voor de borstelfabricage; reinigingsmateriaal; staalwol; ruw of
    halfbewerkt glas (uitgezonderd glas voor bouwdoeleinden); glas-, porselein- en aardewerk voor zover
    niet begrepen in andere klassen.

    Klasse 22 – Touw, bindgarens, netten, tenten, dekzeilen, zeilen, zakken (voor zover niet begrepen in
    andere klassen); vulmateriaal (uitgezonderd van rubber of plastic); ruwe vezelige textielmaterialen.

    Klasse 23 – Garens en draden voor textielgebruik.

    Klasse 24 – Weefsels en textielproducten voor zover niet begrepen in andere klassen; spreien;
    tafellakens.

    Klasse 25 – Kledingstukken, schoeisel, hoofddeksels.

    Klasse 26 – Kant en borduurwerk, band en veters; knopen, haken en ogen, spelden en naalden;
    kunstbloemen.

    Klasse 27 – Tapijten, vloermatten, matten, linoleum en andere vloerbedekking; wandbekleding, niet
    van textielmateriaal.

    Klasse 28 – Spellen, speelgoederen; gymnastiek- en sportartikelen voor zover niet begrepen in
    andere klassen; versierselen voor kerstbomen.

    Klasse 29 – Vlees, vis, gevogelte en wild; vleesextracten; geconserveerde, bevroren, gedroogde en
    gekookte vruchten en groenten; geleien, jams, compote; eieren, melk en melkproducten; eetbare
    oliën en vetten.

    Klasse 30 – Koffie, thee, cacao, koffiesurrogaten; rijst, tapioca, sago; meel en graanpreparaten,
    brood, banketbakkers- en suikerbakkerswaren, consumptie-ijs; suiker; honing, melassestroop; gist,
    rijsmiddelen; zout, mosterd; azijn, kruidensausen; specerijen; ijs.

    Klasse 31 – Land-, tuin- en bosbouwproducten en zaden voor zover niet begrepen in andere klassen;
    levende dieren; verse vruchten en groenten; zaaizaden, levende planten en bloemen;
    voedingsmiddelen voor dieren; mout.

    Klasse 32 – Bieren; minerale en gazeuse wateren en andere alcoholvrije dranken; vruchtendranken
    en vruchtensappen; siropen en andere preparaten voor de bereiding van dranken.

    Klasse 33 – Alcoholhoudende dranken (uitgezonderd bieren).

    Klasse 34 – Tabak; artikelen voor rokers; lucifers.

    Diensten

    Klasse 35 – Reclame; beheer van commerciële zaken; zakelijke administratie; administratieve
    diensten.

    Klasse 36 – Verzekeringen; financiële zaken; monetaire zaken; makelaardij in onroerende goederen.

    Klasse 37 – Bouw; reparaties; installatiewerkzaamheden.

    Klasse 38 – Telecommunicatie.

    Klasse 39 – Transport; verpakking en opslag van goederen; organisatie van reizen.

    Klasse 40 – Behandeling van materialen.

    Klasse 41 – Opvoeding; opleiding; ontspanning; sportieve en culturele activiteiten.

    Klasse 42 – Wetenschappelijke en technologische diensten, alsmede bijbehorende onderzoeks- en
    ontwerpdiensten; dienstverlening op het gebied van industriële analyse en industrieel onderzoek;
    ontwerpen en ontwikkelen van computers en van software.

    Klasse 43 – Restauratie (het verstrekken van voedsel en dranken); tijdelijke huisvesting.

    Klasse 44 – Medische diensten; veterinaire diensten; dienstverlening op het gebied van hygiëne en
    schoonheidsverzorging voor mensen of dieren; dienstverlening op het gebied van land-, tuin- en
    bosbouw.

    Klasse 45 – Juridische diensten; veiligheidsdiensten voor de bescherming van goederen en personen;
    persoonlijke en maatschappelijke diensten verleend door derden om aan individuele behoeften te
    voldoen.